Lorna Wing Huis
Wonen
Locatie kenmerken
- Voor jong volwassenen met een vorm van autisme
en een lichte verstandelijke beperking - In drie fasen groeien naar meer zelfredzaamheid
- Trainen naar zo zelfstandig mogelijk wonen
Eerste stap naar zelfstandigheid
De bewoners van het Lorna Wing Huis zijn jongvolwassenen vanaf 18 jaar. De meesten woonden bij hun ouders thuis en gaan bij ons voor het eerst op ‘zichzelf’ wonen. Sommigen hebben een andere voorgeschiedenis. Het stimuleren en aanleren van zelfredzaamheid is een belangrijk aandachtspunt in elke fase. Met het aanleren van verschillende praktische en sociale vaardigheden groeien ze naar meer zelfstandigheid.
Eigen plek in geschakelde eengezinswoningen
In drie van de vier geschakelde woningen, aan het begin van de straat, leven de bewoners in woongroepen. Het pand verderop in de straat, op nummer 49, hoort ook bij het Lorna Wing Huis. De geschakelde woningen zijn met elkaar verbonden. Ze hebben een mooie gezamenlijke achtertuin waar de bewoners fijn kunnen ontspannen. Iedere woning heeft een huiskamer en een keuken waar vijf bewoners gebruik van maken. Allen hebben een eigen slaapkamer, de douche en het toilet worden gedeeld door een groepje van drie.
Op nummer 49 wonen bewoners die het aankunnen om wat meer op afstand te zijn van de begeleiding. De bewoners volgen de trainingen/fases op de geschakelde woningen en slapen op de ‘satelliet woning’ op nummer 49. Zij kunnen ’s nachts een beroep doen op de begeleiders in de geschakelde woningen aan het begin van de straat.
Groepen en fases
In het Lorna Wing Huis leren de bewoners in hun eigen tempo nieuwe vaardigheden. De groepen lopen door elkaar zodat ze elkaar kunnen motiveren en stimuleren. Als een nieuwe vaardigheid is aangeleerd krijgt de bewoner daarvan een certificaat. Dit wordt bijgehouden in een eigen (digitale) trainingsmap.
- In fase 1 maakt de bewoner kennis met de eigen groep. De persoonlijk begeleider stelt samen met de bewoner het ondersteuningsplan op met daarin de leerdoelen. Ze leren huishoudelijke vaardigheden, zoals schoonmaken, boodschappen doen en eten koken. In toerbeurt zijn er corvee taken.
- In fase 2 ligt de nadruk op sociale vaardigheden en omgaan met emoties. Samen kijken we welke manier van wonen het beste bij de bewoner past en schrijven we hen in voor een passende woning.
- In fase 3 is de begeleiding meer gericht op het voorbereiden van de bewoners op hun vertrek naar een volgende woonplek.
Werken naast trainen
De bewoners gaan vier dagen in de week naar school, werk of een Middin-locatie voor leren en werken. De vijfde dag is een trainingsdag. De begeleiding stimuleert iedereen om zelf activiteiten te organiseren en te ondernemen. Er zijn een aantal vaste momenten op een dag om samen te drinken en te eten. In het weekend zijn er gezamenlijke activiteiten en op woensdagavond is er met alle groepen een thema-avond over een actueel onderwerp.
Ondersteuning
De begeleiders maken gebruik van methodieken als ‘Geef me de vijf’, Competentiegericht werken, Non Violent Resistance (NVR), Dit Vind Ik Ervan (DVIE) en MijnEigenPlan. De vrijwilligers zijn onmisbaar om individueel met de bewoners activiteiten te ondernemen.
Financiering
Het merendeel van de kosten van de zorg die je ontvangt wanneer je in een zorginstelling woont, wordt betaald via de Wet langdurige zorg (Wlz). De Wlz is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben, bijvoorbeeld met een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat je een Wlz-indicatie hebt aangevraagd en ontvangen van het Indicatieorgaan CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Binnen de Wlz heb je ook de mogelijkheid om thuis te blijven wonen.